Roodbladige treursierappel

 
Hoogte
De sierappel kan een hoogte bereiken van vier tot zes meter. Behalve als ze op een bepaalde hoogte geënt zijn, dan behouden ze ook die hoogte. De boom heeft een smal treurende kroon.


Bloeiwijze en bloeiperiode
De treursierappel is een rijkbloeiende treurboom. De donkerrode bloesem is dieprood in de knop en groeit in kleine trosjes. In de periode van maart tot en met mei ontstaat de nieuwe bloesem. De bloesem is licht geurend en lokt hierdoor bijen, vlinders en vogels naar de boom. Overigens, niet alleen de bloesem geeft de kleur aan de treurboom. In de zomermaanden kleuren de bladeren groen en in de herfst wordt het blad oranje. De onderkant van het bladerdek behoudt de purperkleur.

Vrucht
In het najaar beginnen er kleine donkerrode steenvruchten in de treurboom te groeien. Deze sierappels zijn ongeveer één à twee centimeter groot. De appeltjes blijven lang aan, tot de eerste vorst. De kleine sierappeltjes zijn gewoon eetbaar.

Onderhoud
De treursierappel vereist relatief weinig onderhoud. Het is verstandig om in de eerste levensjaren de oude takken weg te snoeien tot tien centimeter van de ent. Hierdoor ontstaat een vollere kroon in de roodbladige treursierappel. In de maanden januari en februari kan de treursierappel teruggesnoeid worden tot parasolvorm. Zo wordt de karakteristieke vorm behouden.

Winterhard
De treursierappel is goed winterhard en kan temperaturen verdragen tot -25 graden Celsius. De boom is echter wel gevoelig voor late vorst. De treurboom is niet wintergroen: in de winter verliest de boom zijn blad.