Gele Acacia

De groeiwijze van ‘Frisia’ is minder sterk dan bij de soort. De bladeren zijn groot, geveerd en mooi goudgeel gekleurd. Aan de takken zitten stevige doorns die op jeugdige leeftijd roodachtig gekleurd zijn. Afkomstig uit Nederland.

Over de Gele valse acacia (Robinia pseudoacacia Frisia)
De Gele valse acacia (Robinia pseudoacacia Frisia) wordt ook wel Robinia of acacia genoemd. De echte acacia is een boomsoort die vooral in tropische gebieden voorkomt. De Gele valse acacia heeft net als de echte acacia’s stekels op de takken, maar is afkomstig uit Noord-Amerika. Sinds de 17e eeuw wordt deze plant ook in Europa gekweekt. Het ras ‘Frisia’ is één van de lager blijvende varianten, en is met een hoogte van maximaal 12 tot 14 meter goed geschikt voor de meeste tuinen. De plant heeft een halfopen kroon en een grillige vorm. De bladeren zijn geveerd en bestaan uit 10 tot 20 deelbladeren. Deze plant produceren aantrekkelijke bloemtrossen met een crèmewitte kleur en een fijne geur die in juni verschijnen. Typerend is de platte peul die tot 20 centimeter land wordt. De stam kan erg dik worden en vooral op latere leeftijd een grillige vorm met veel bulten en uitlopers hebben.

Toepassing
De valse acacia groeit erg snel en is economisch interessant. De plant levert hardhout dat grillig maar wel duurzaam is. Het hout weerstaat rotting, insectenvraat, mechanische schade en uitdroging. In het verleden is het hout gebruikt voor gereedschap, wielspaken, stokken en zelfs voor houten tandwielen. Vanwege de grillige groei is het lastig om Robinia-hout is grote oppervlakten en formaten toe te passen. Sinds de plant in Europa wordt gekweekt, kan hij op veel plekken binnen de stad worden gevonden. Brede straten, parken, industriegebieden en begraafplaatsen zijn de belangrijkste groeiplaatsen. Vanwege het formaat moet de boom niet in al te kleine tuinen worden geplant, ook omdat de plant een wijd vertakt, oppervlakkig wortelstelsel ontwikkelt met uitlopers. Plant hem niet dicht in de buurt van lichte straatbedekking zoals stoepen, omdat de wortels de tegels omhoog kunnen duwen.

Aankoop en verzorging

De Gele valse acacia (Robinia pseudoacacia Frisia) is een soort die niet kieskeurig is en het goed doet op bijna elke lichte, droge grond. Een slecht waterdoorlatende grond, bijvoorbeeld zware klei, is niet geschikt voor de boom. De plant is goed bestand tegen vervuiling, tegen vorst en tegen strooizout. Snoeien is nauwelijks nodig; na de winter kunnen dode takken weggehaald worden. De boom kan tevens geknot worden in de winter. Door de rijke bloei is dit een aantrekkelijke plant in parken en in grote tuinen. De bloemen leveren bovendien veel nectar en zijn daardoor gunstig voor bijen en andere bestuivers. Alle onderdelen van de boom, behalve de bloemen, zijn giftig. De plant moet daarom niet geplant worden op plekken waar vee graast – paarden kunnen zelfs sterven als ze (per ongeluk) valse-acacieabladeren of -twijgen eten.