Meidoorn

De Crataegus lavalleei is een kleine boom. De kroon in onregelmatig rond met diepgroen blad. In het voorjaar is het blad een beetje rood. in de herfst blijft het blad lang aan de boom. Aan de boom zitten doornen van circa 4 CM. Er komen witte bloemen aan de boom, als de bloemen uitgebloeid zijn komen er lichtoranje vruchten aan. Geschikt voor zandgrond.

Zomers witte bloemen, ‘s winters rode bessen

De tweestijlige meidoorn, in het Latijn Crataegus laevigata genoemd, is een plant uit de rozenfamilie. Het is een (kleine) boom of struik en groeit met gemak bijna overal in Europa. De maximum hoogte is zo’n vier á vijf meter. De begroeiing is dicht en tamelijk onregelmatig van vorm. De vertakking vindt bij de grond plaats en de struik heeft een lage kroon. De bladeren hebben een driehoekige vorm, soms neigt het naar een eivorm. De bloemen zijn wit en groeien in trossen. De geur wordt meestal niet als aangenaam ervaren. Vanaf september verschijnen er niet giftige roodoranje bessen. Deze sierlijke bessen blijven in de winter hangen, waardoor de meidoorn ook ‘s winters kleur aan de tuin geeft. Door de scherpe doornen van ruim twee centimeter lang, wordt de meidoorn ook wel als heg gebruikt om vee tegen te houden.

De meidoorn in de tuin planten

Alle sierheesters, dus ook de meidoorn kan het best geplant worden in de lente of in de herfst. Het is hierbij belangrijk dat het nog niet gevroren heeft. De meidoorn groeit goed op de gewone aarde van de tuin. Hier hoeft geen speciale aarde voor aangeschaft te worden. Hoewel de plant een lichte voorkeur heeft voor de enigszins leemachtige grond, stelt het verder geen eisen aan zijn ondergrond. Als er een plek in de tuin is waar de zon hevig brandt, dan is dat de ideale plek. Zelfs een hittegolf zal worden overleefd. Als er geen intense zonnestralen mogelijk zijn, dan bloeit de meidoorn ook, alleen zal hij als schaduwplant niet zo heel groot worden. Het planten van de meidoorn is simpel:

Graaf een (ruim) gat van ongeveer 40-60 cm diep. Voor de oudere plant zo’n 90 cm diep.
Plaats de plant met kluit in het gat.
Vul het gat met de plant, op met tuinaarde.
Druk de tuinaarde aan en geef vaak water. Later zijn de wortels diep genoeg om zelf voor water te zorgen

De meidoorn snoeien en in vorm knippen

Het snoeien van een meidoorn is een makkelijke klus, die het best tussen de herfst en het voorjaar gedaan kan worden. De meidoorn bloeit niet op nieuw uitgelopen takken, maar op het oude hout. Het terugsnoeien tot vlak boven de basis hoeft slechts eenmaal per twee of drie jaar gedaan te worden. Afgezien van het terugsnoeien, kan een heg in vorm geknipt moeten worden, dat kan het best één of twee keer tijdens het groeiseizoen gebeuren.

Vogels ook blij met een meidoorn in de tuin

Vogels zijn blij met de meidoorn. Ze kunnen er schuilen tijdens een onverwachte vluchtpoging voor de vijand, maar ze bouwen er ook hun nestje. Ze blijven er net zo lang totdat hun jongen groot genoeg zijn en uitvliegen. Daarbij komt dat de meidoorn door de rode bessen ook nog eens rijkelijk in hun voedingsbehoefte voorziet. In de lente is de bloesem aantrekkelijk voor onder meer bijen en vlinders. Ook op die manier vormt de plant een voedingsbron voor de vogels.

Ziektes en plagen

De meidoorn lijkt een probleemloos leven te kunnen leiden doordat hij overal makkelijk groeit en weinig onderhoud behoeft. Helaas is de struik niet onverwoestbaar, want ze zijn wel gevoelig voor ziektes, zoals bacterievuur, meeldauw, schimmels en appelschurft. Insectenplagen kunnen ook een probleem veroorzaken. In dat geval zijn bijvoorbeeld rupsen, bladluizen en mineervliegen vaak de boosdoeners. Om dit te verhelpen kan bij een kwekerij of tuincentrum om advies gevraagd worden.