Zilverlinde Meerstammig

De gouden trompetboom meerstammig De Catalpa bignonioides werd in 1726 door Mark Catesby in Europa geïntroduceerd. De boom werd als eerste naar Engeland gebracht. Het zijn bomen die u in parken en royale tuinen tegenkomt. U vindt de bomen onder andere terug in parken in Amersfoort, het Wilhelminapark in Utrecht en in de Hortus Botanicus in Amsterdam en Leiden. Het uiterlijk van de Gouden Trompetboom meerstammig   De Gouden Trompetboom Meerstammig is een mooie plant die de achtertuin siert. Deze soort wordt heet in het Latijns de Catalpa bignonioides 'Aurea' meerstammig. Deze boom is dus een Catalpa. De soort heeft meerdere soorten binnen het geslacht Catalpa. De Gouden Trompetboom heeft een mooi lichtgeel blad. Daarom zijn naam. Het blad heeft dus wel wat weg van goud. Het is een langzaam groeiende boom die niet uitschiet in grootte. Hij kan dus prima in een kleine tuin worden geplaatst zoals een stadstuin of park. De boom groeit het beste in een klei of zandgrond. De boom kan 600 tot 800 cm hoog groeien. Sommigen soorten Catalpa's worden wel 15 meter hoog. Ze zorgen dus niet voor schaduwoverlast. Er groeien witte bloemen in de boom tijdens de zomermaanden. Het zijn trompetvormige bloemen met lobben aan de zijkanten. Daar dankt de trompetboom zijn naam namelijk aan. De meerstammige variant heeft drie of meer stammen. De bomen verliezen in de winter echter wel hun bladeren en in de herfst verkleuren de bladeren in bruine en oranje tinten. Na de bloei komen er een soort peulvruchten aan de boom te hangen. De boom heeft een indrukwekkend uiterlijk met zijn goudgele bladeren en mooie trossen trompetvormige bloemen. De dikke peulvruchten zijn eivormig en kunnen wel 35 cm groot worden. De stam bevat groeven en is grijsbruin van kleur. Stukjes hout blakeren zo nu en dan wat af. Plaats en onderhoud De bomen moeten in een ruim gat worden geplaatst. De omliggende planten en bomen mogen er niet te dicht op staan. De grond mag niet te nat zijn. Bovendien is het belangrijk dat de bomen wat zon krijgen. Ze groeien ook in halfschaduw. De aarde kan het beste met compost of aanplantgrond worden gemengd voor een rijke voedingsbodem. U hoeft de bomen zo nu en dan water te geven. Teveel water is slecht voor de plant. De gouden trompetboom meerstammig vraagt niet veel onderhoud. U moet de boom af en toe snoeien. Maart is een goede maand om de boom te snoeien zodat hij weer goed kan groeien. Verder zijn de wortels erg sterk. Ze groeien erg vast in de grond. De oudere bomen kunnen daarom wel eens scheefgroeien en omvallen. Dit is meestal het geval als er te weinig ruimte voor de wortels is om te groeien. De boom kan ook weer recht omhoog groeien door de stabiliteit van de wortels. De bomen kunnen strenge winters en vorst prima doorstaan en stellen weinig eisen. Verder kunt u veel bijen verwachten in de bloemen. De boom trekt veel biodiversiteit aan, wat weer goed is voor het milieu. Deze meerstammige wordt ook wel gele of gouden Trompetboom genoemd. Deze meerstammige vorm wordt niet heel erg groot. En groeit langzaam. Het blad wordt geel/groen en in de herfst kleurt het geel. De boom krijgt na enkele jaren witte bloemen met een purper hart. Hij kan niet tegen te natte grond, verder heeft de boom weinig eisen.

De Clerodendrum trichotomum, ook de kansenboom genoemd is van nature een meerstammige struik die soms tot boom wordt gekweekt. In augustus/september komt er een witte bloem met een rode kelk in de meerstammige struik, en in het midden van die kelk zit een blauwe vrucht. De struik moet op een zonnige en warme plek staan en is geschikt voor zand- en veengrond.